18-06-2013, Sotheby’s Parijs: Collection Françoise et Jean Corlay, Arts d’Afrique et d’Océanie, resultaten.

Sotheby’s Parijs 18.06.2013.

foto1: lot 14

De traditionele lenteveiling verliep in 2 delen. Eerst werden 50 loten aangeboden uit de collectie van Françoise en Jean Corlay, gevolgd door 71 kavels van ‘divers amateurs’. Het werd een vrij makke veiling. De ‘kleine’ stukken bleven grotendeels onverkocht, en vooral de grote, dure vonden een koper, op een paar uitzonderingen na wel onder de geschatte prijzen. 56 van de 120 kavels (46%) werden verkocht voor een totale som van 3.745.050 euro inclusief. De laatste jaren verkocht Sotheby’s meestal rond de 80% van zijn aanbod, voor bedragen tussen de 8 en de 12 ME. We zagen het ook al op de veiling Barbier-Mueller. Zullen de ‘kleine’ loten stilaan verdwijnen? Komen in de toekomst alleen nog topstukken aan bod? Het zou voor de doorsnee collectioneur geen goede zaak zijn. Iedereen wil in zijn verzameling toch wel één of een paar stukken die goed genoeg zijn voor Sotheby’s. Het geeft toch wat cachet, wat body aan de collectie.

Het echtpaar Corlay verbleef van 1978 tot 1984 in Kongo, en nadien van 1986 tot 1991 in Nigeria als administrateur voor Unilever. In Kinshasa maakten ze deel uit van een clubje van etnografica enthousiasten/verzamelaars. De kern van de verzameling bestaat dan ook uit Kongolees werk, meer bepaald van de Songue. Liefhebbers kennen de nkisi krachtbeelden goed genoeg. De kleinere waren bestemd voor enkelingen of families, de grotere voor wijken, dorpen en zelfs hele chefferies. Ze beschermden het individu of de gemeenschap tegen ziekte, aanvallen en natuurrampen. Daartoe waren ze voorzien van een ‘lading’, magische stoffen die door een nganga waren geactiveerd. Als hun eigenaars ze wegdeden (bvb. bij verkoop aan buitenstaanders) werd de lading verwijderd. Slechts 16 van de 49 stukken (32%) werden toegewezen voor een totaal van 617.000 euro voor kosten. Eén uitschieter: lot 14, een janiform beeld van de Songue (foto 1) bleef met 340.000 net onder de schattingslimiet van 350.000. Het beeld was in zijn eentje wel goed voor meer dan de helft van de opbrengst van deel 1!

foto 2: lot 67

Bij de ‘divers amateurs’ gaat het iets beter: 40 van de 71 kavels (57%) veranderen van eigenaar voor een totaal van 2.458.000 euro voor kosten. 6 loten brengen meer dan 100.000 op. Lot 67, een neksteun van de Songue (foto 2) verzameld voor 1891 en geschat op 120-180.000 stijgt tot 420.000. Lot 78, een Dogon beeld van de meester van Ogol klopt af op 120.000. Onder lot 79 vinden we een (zeldzaam) primordiaal koppel van de Senoufo. De stijl doet denken aan de ndebele beelden. Zij zijn een weergave van de mythische stichters van de stam, en staan voor eeuwige schoonheid en voor de complementariteit van man en vrouw. Zij werden gebruikt in de riten van het poro genootschap. Het wordt ingehouden op 170.000. Lot 87, een gbekre van de Baule kostte 110.000. Lot 92, een ivoren ruiter van de Yoruba, ging weg voor 135.000. Er zijn slechts 3 dergelijke figuren bekend. Het topstuk van de namiddag was lot 93, een rijkelijk gesculpteerde offerschaal van de Yoruba, afkomstig uit de collectie van Samir Boro, price on request! Hoeveel het precies diende te kosten weten we niet, maar 880.000 was in elk geval niet genoeg!

foto 3: lot 94

Lot 94, een Baule masker (foto 3) met een schatting van 120-180.000 werd de uitschieter: het werd voor 650.000 euro toegewezen. Het is afkomstig uit de collectie van Frank Crowninshield, in 1941 in New York geveild. Het is een portretmasker, dat optrad op het einde van een ceremonie, en een specifieke, overleden, persoon voorstelde. Dergelijke maskers zijn niet zozeer fotografisch, maar geven wel algemene karaktertrekken van de persoon weer, zoals in dit geval een lang uitgerekt gelaat. Het is gesneden met behulp van scherpe zeeschelpen. Modigliani zou hier inspiratie hebben uitgeput.

Martin Lagrain

Alle resultaten:
collectie Corlay
divers aanbod

23-06-2013: agenda Algemene Ledenvergadering VVE

Agenda Algemene Ledenvergadering
Vereniging Vrienden Etnografica
23 juni 2013.

Tijd: 11.00 uur – 12.30 uur.
Plaats: Café-restaurant Soif, Mathenesserdijk 438, Delfshaven (010-4767436)

1. Opening en vaststellen van de agenda.
2. Openingswoord van de voorzitter.
3. Notulen van de Algemene Ledenvergadering van 3 juni 2012 (Zie website).
4. Verslag over het jaar 2012 van de secretaris:
-activiteiten, leden, Jaarboek, website, overige zaken.
5. Verslag over het jaar 2012 van de penningmeester:
– Jaarrekening 2012
– Verslag van de Kascommissie
– Begroting 2013.
6. Bestuur:
– rooster van aftreden
– voorstel tot herbenoeming Jos Weerts en tot benoeming Trudy van Dinter
7. Instellen werkgroep Beleidsplan 2013 – 2015.
– Toelichting door de voorzitter.
8. Wat verder ter tafel komt.
9. Rondvraag en sluiting.

Vereniging Vrienden Etnografica Jaarboek 2012

VVE jaarboek 2012_01klMet gepaste trots delen we mee dat het Jaarboek van de Vereniging Vrienden Etnografica gereed is. Voortaan zal de vereniging elk jaar een Jaarboek publiceren, dat gratis aan de leden wordt aangeboden.

Het bestuur heeft aan dit eerste nummer veel aandacht besteed, om er voor te zorgen dat het niet alleen een boeiende inhoud heeft, maar er ook aantrekkelijk uitziet. Drie leden, David van Duuren, Frank Eerhart en Arnold Wentholt (hoofdredacteur) hebben voor de redactie getekend. Een van onze leden, Dolf Middelhoff, vormgever van beroep, heeft samen met de hoofdredacteur het productieproces begeleid.

De prijs is 15 euro (exclusief verzendkosten); u kunt extra exemplaren bestellen bij de voorzitter, via de e-mail info@josweerts.nl, of schriftelijk: De Beaufortweg 23, 3941 PA te Doorn.

VVE jaarboek 2012_02kl  VVE jaarboek 2012_03kl
VVE jaarboek 2012_04kl

VVE jaarboek 2012_05kl

 

 

 

VVE jaarboek 2012_06kl

16-05-2013, Sotheby’s New York: African, Oceanic and Pre-Columbian Art (resultaten)

results
Sotheby’s New York 16 mei 2013.

Niet minder dan 174 kavels werden donderdag 16 mei vanaf 10 uur geveild: 52 pre-Columbiaans en uit Oceanië, de rest Afrikaans.

Foto 1: lot 42

In deel 1 moest lot 42 het topstuk worden: een 98 cm groot beeld van een mythische heldin uit Astrolabe Bay, Papua Nieuw Guinea (foto 1). Dergelijke beelden worden telum genoemd. Er zijn 4 exemplaren van bekend, 3 mannelijke en één vrouwelijke. De 3 mannelijke beelden bevinden zich alle in museale collecties waarvan 1 in het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden, het vrouwelijke is het enige in privé bezit. De vorm doet wat denken aan de fluitstoppers van de Biwat. Elk beeld had een eigen naam, en werd om de zoveel jaar opgesteld in het mannenhuis van de clan. Het stelt waarschijnlijk een mythische voorouder voor en kwam tussen bij de besnijdenis. De figuur toont een aantal motieven met ceremoniële betekenis. Op het hoofd draagt hij een muts uit schors op een kapsel versierd met varkenstanden en schelpenringen, hetgeen wijst op zijn status van belangrijk man. In de uitgerekte oorlellen zitten ringen in schildpadschelp. Rond de bovenarmen zitten armbanden. Dergelijke armbanden werden door de vader gemaakt en aan zijn pas besneden zoon gegeven als teken van overgang naar volwassenheid. In de mond draagt hij een ‘bul’, gemaakt van vezels en varkenstanden. Deze staat symbool voor de gedode vijand en werd gedragen tijdens de dans en tijdens gevechten om de vijand schrik aan te jagen. Bij een schatting van 600-900.000$ werd er uiteindelijk 625.000 voor neergeteld.

Vermelden we verder nog lot 9, een stenen Olmec figuur voor 320.000$, en lot 15, een vrouwelijke Chupicuaro figuur voor 150.000$. Uiteindelijk werden 39 van de 52 stukken verkocht (75%).

Bij het Afrikaanse aanbod vinden we de collectie terug van Warren Robins. Hij was de stichter van het National Museum of African Art, een onderdeel van het Smithsonian Institution in Washington. Robins vertrok vanuit het idee van een centrum dat kunst en sociale wetenschappen zou gebruiken als onderwijsvehikel voor een betere interculturele en interraciale verstandhouding. Het museum diende als illustratie voor het onderwijs, en was het eerste in Amerika uitsluitend gewijd aan Afrikaanse kunst.

Met veel belangstelling werd uitgekeken naar lot 98, een Eket Ogbom hoofdtooi uit Nigerië (foto 2).

Foto 2: lot 98

Het was een van de sleutelstukken van de beroemde tentoonstelling ‘Primitivism in the 20th Century Art in New York in 1984. Over de betekenis van het stuk is zo goed als niets bekend. Bij een schatting van 400-600.000 $ viel de hamer op 675.000. Lot 118, een vrouwelijke voorouderfiguur van de Mambila (foto 3), trok speciaal mijn aandacht. Ik heb er zelf ooit een (bijna perfecte) kopie van gehad, die voor een schijntje op een veiling van eigenaar veranderde. De kleinere exemplaren stonden als wachters tegen de geschilderde muur van een voorraadschuur. De zeldzame grotere werden gebruikt in de vooroudercultus. Het hoge voorhoofd en de uitpuilende ogen zijn een schoonheidsideaal en getuigen van de wijsheid en de kennis van de waarzeggerij. Schatting 400-600.000$, toegewezen voor 400.000.

Foto 3: lot 118

Zeer eigenaardig: de 3 aangeboden Fang stukken konden niemand bekoren. Lot 58, een olifant masker haalde 140.000$, lot 68, een Dogon altaar in de vorm van een hond, steeg tot 150.000$, voor lot 106, een bronzen bel van de Yoruba, viel de hamer op 130.000$, lot 114, een Yoruba terracotta hoofd, veranderde voor 135.000$ van eigenaar, terwijl lot 123, een Yoruba ruiter, bij een schatting van 20-30.000$ steeg tot 125.000. Verassingen werden lot 125, een paleis deurstijl van de Bamileke, dat met 290.000$ 3x de schatting overtrof, en lot 132, een reliekfiguur van de Kota, slechts geschat op 10-15.000 en verkocht voor 235.000$. Een beschadigde Hemba voorouderfiguur (lot 152) haalde met 145.000$ net zijn laagste schatting niet, terwijl een ivoren Lega figuur zonder moeite voor 165.000$ werd toegewezen. In totaal werden 80 van de 120 aangeboden kavels (66%) verkocht.
Met 68% verkoop en een opbrengst van 7.248.751, kosten incluis, geen uitzonderlijke veiling.

Martin Lagrain

Gary van Wijk: SHANGAA (QCC Art Gallery Press, 2013)

SHANGAA
Edited by Gary Van Wyk
QCC Art Galley Press, 2013
The accompanying publication, edited by Dr. Gary van Wyk, includes contributions by 10 leading scholars of Tanzanian art from the United States, Tanzania, South Africa, and Germany, who draw on fresh research. The 342-page book is lavishly illustrated with the art works on exhibition and in other collections, along with both archival images and contemporary photographs of art practices. It includes a comprehensive index and bibliography, and promises to be an indispensable contribution to the field of African Art.

Desert Blues Musikprojekt aus Mali Teil 1

Een documentaire over de Malineese ‘desert blues’, duurt 10 minuten.
Desert Blues, a music project with Habib Koité, Afel Bocoum and the Tuareg-Women-Ensemble Tartit from Timbuktu.

All this musicians are poets and play the traditional instruments like Tinde, Tehardant, Balafon, Imzad but also electric guitars. Desert Blues vereint Musiker verschiedener Volksgruppen. Habib Koité, Afel Bocoum und das Tuareg-Frauen-Ensemble Tartit, drei der bekanntesten Musiker des Landes, beteiligen sich an dieser Aktion. Desert Blues greift die vielfältigen musikalischen Wurzeln des afrikanischen Landes auf und kämpft für ein friedliches und vereintes Mali. Der Regisseur Michel Jaffrennou öffnet sein leuchtend buntes Tagebuch und lädt den Zuschauer auf eine fabelhafte Reise ins Herz Malis ein. Habib Koité, Afel Bocoum und das Tuareg-Frauen-Ensemble Tartit. Alle diese Musiker sind Poeten. Sie spielen traditionelle Instrumente wie Tinde, Tehardant, Balafon, Imzad aber auch Elektrogitarre. Auf der Bühne stimmen sie gemeinsam in ihre Lieder ein, ihre verschiedenen Sprachen vermengen sich. Das Ensemble Desert Blues mischt traditionelle Klänge mit zeitgenössischer Musik. Bei jedem Konzert ist spürbar, mit welcher Begeisterung sie die Musik im heutigen Mali neu gestalten.

24-03-2013: bezoek aan het Haus der Völker und Kulturen in Sankt Augustin (Duitsland)

Impressie bezoek Haus der Völker und Kulturen in Sankt Augustin (Duitsland).

Zondag 24 maart bezochten negen leden van de VvE het Haus der Völker und Kulturen in Sankt Augustin, tegenover Bonn op de oostelijke Rijnoever in Duitsland. Dit is, net als het Missiemuseum in Steyl bij Venlo, een museum van de Steyler Missionarissen. Zij verzamelden tal van voorwerpen in de gebieden waar zij als missionaris werkten en informeerden op die manier de mensen thuis over de culturen van deze volkeren. In Sankt Augustin zijn deze voorwerpen ruim en zeer fraai ten toon gesteld.

De afdeling “Afrika” bevat een aantal grote vitrines met een indrukwekkende hoeveelheid beelden of maskers van één bepaald volk. Zo is er, bijvoorbeeld, een indrukwekkende hoeveelheid maskers uit Kameroen, die zwevend in een grote ruimte zijn opgehangen.

Vooral de collectie uit Papua New Guinea springt eruit, zowel in de breedte als in de diepte. Buitengewoon fraaie en voor het merendeel zeer oude voorwerpen laten de cultuur uit een aantal gebieden in al zijn facetten zien, niet alleen, bijvoorbeeld, voorouderverering, maar ook voorwerpen die dagelijks worden gebruikt.

Aandoenlijk, maar zeker niet ieders’ smaak, zijn de christelijk-religieuze afbeeldingen en beelden die vanuit het locale perspectief zijn vervaardigd. Zo zijn er – overigens zeer goed uitgevoerde – afbeeldingen van de maagd Maria en Jezus in een Chinese context, en een indrukwekkend aantal bronzen figuren van Christus aan het kruis uit Congo (waaronder een aantal uit de 17-de en 18-de eeuw).

Dit alles is ruim, overzichtelijk ten toongesteld. Je merkt aan alles dat er respect is voor de andere volkeren en de andere culturen. Mede dankzij de toegewijde, geïnspireerde rondleiding van broeder Gebhard Rahe duurde het bezoek niet 1,5 uur, zoals gepland, maar ruim 2,5 uur. Het museum is elke eerste zondag van de maand open voor bezoekers. Een aanrader.

http://www.haus-voelker-und-kulturen.de/