Theo Alkema: Iron Ancestors (2010)

Iron Ancestors

Theo Alkema, Iron Ancestors; Kris Sajen, Kris Majapahit and related Objects

222 pp; 288 kleurenfoto’s en 27 z/w tekeningen

ISBN: 978-90-5450-011-7

C. Zwartenkot Art Books, Leiden 2010, €60

Boeken over krissen zijn er inmiddels in overvloed. In het ene boek wordt een nog mystificerender toon aan te slaan dan in het andere. Dat is voor de nuchtere, maar ontvankelijke liefhebber zware kost. Gelukkig zijn er ook andere boeken, die de kris in al zijn verschijningsvormen vanuit een rationeel oogpunt bestuderen. De boeken van David van Duuren zijn daarvan goede voorbeelden. Ook het onderhavige boek is een feitelijk maar ook persoonlijke benadering van de schrijver die in de eerste persoon enkelvoud verslag doet.

Theo Alkema is een verzamelaar van Indonesisch cultureel erfgoed met een bijzondere voorliefde voor de geheel uit ijzer vervaardigde kris. Zijn passie beslaat inmiddels een periode van zeventig jaar en het is dus niet verwonderlijk dat een groot deel van de in dit boek behandelde krissen uit eigen collectie komt. Het boek was al een tijd geleden aangekondigd, maar het schrijven bleek veel voeten in de aarde te hebben. In november 2010 vond de presentatie plaats in Museum Volkenkunde, tevens de plek waar het idee voor het schrijven van dit boek ontstond. Aanleiding vormde de verzameling van negen ijzeren krissen die alle in een vroeg stadium van het museum werden ingeschreven. Het resultaat is een oogstrelend boek met een voor etnograficaverzamelaars in het algemeen aantrekkelijk onderdeel in de hoofdrol: de uitbeelding van het voorouderfiguur.

Na een algemene inleiding over de kris in zijn algemeenheid en een verhaal over de ontstaansgeschiedenis van zijn collectie, die zoals eerder vermeld 70 jaar omspant, komt Alkema tot de behandeling van wat hij ‘ijzeren voorouders’ noemt. De ijzeren kris is geen wapen ook al heeft het wel de fysieke verschijning, maar is een amulet, jimat. Deze amuletten komen in verschillende verschijningsvormen voor waarvan de kris de grootste categorie vormt.

Volgens hem is de kris sajen het oudste type dat afgeleid is van de Dongson dolk, die in brons gegoten eveneens een voorouderfiguur als greep had. In de loop van de tijd is de staande Dongson figuur een hurkend figuur geworden en daarmee aangepast aan de lokale Indonesische markt. En is de kris sajen dan de voorloper van de kris zoals we die kennen? Nee dat is de kris budda, met een breder lemmet en een rechthoekige pen waarop de greep werd gemonteerd. Na een bespreking van de kudi en de badi, wapens met eveneens een amuletfunctie, worden de krissen met antropomorfe figuren op het lemmet behandeld. Eén daarvan, de beroemde kris van Knaud te zien in het Tropenmuseum krijgt speciale aandacht. Dit is de enig bekende kris met een ingegraveerde datum: 1264 in de Javaanse jaartelling overeenkomend met het jaar 1342 nC. Het boek eindigt met vervalsingen die met name na WO2 op de markt kwamen.

In een prettige stijl geschreven is het een zeer leesbaar boek geworden. Bijzonder zijn de haarscherpe close-up foto’s van Ben Grishaaver die wedijveren met de gedetailleerde tekeningen van Karel Sirag. De objecten zelf komen daardoor en mede door de goede vormgeving uitstekend tot hun recht.

AW