2012: Verslag van de ALV, 3 juni

Notulen ALV Vereniging Vrienden Etnografica, 3 juni 2012
Aanwezig: Jaap Barendregt, Eveline Boswinkel, Ad Breevaart, Dick Broer, Trudy van Dinter, David van Duuren, Huig en Loes Kerkhof, Martin Lagrain, Boudewijn Meijer, Kathy van der Pas, Steven van de Raadt, Paul Raedts
Bestuur: Dineke Beereboom, Jos Weerts, Arnold Wentholt
Afwezig met opgaaf van reden: Hans Hamers

1. Jos Weerts opent de vergadering iets over half twaalf en heet iedereen welkom. Hij geeft een toelichting op het verschuiven van de aanvankelijk vastgestelde datum van 13 mei naar 3 juni. Paul Raedts vraagt om onder punt 8 aandacht te besteden aan de recente mails die Marchinus Hofkamp aan een aantal leden heeft gestuurd. Hij acht dit schadelijk voor de vereniging en heeft een voorstel hoe hiermee om te gaan; hij wil dit graag bespreken.

2. Notulen ALV 2011. Een van de leden vraagt wat er gedaan is met de suggestie om een ‘smoelenboek’ aan te leggen. De voorzitter meldt, dat geen gevolg is gegeven aan deze suggestie, omdat dit controversieel is; in verband met privacy-overwegingen wil niet iedereen daarin worden opgenomen. Dick Broer maakt een opmerking over punt 10 en vraagt zich of er daadwerkelijk vervolg gegeven is aan de suggestie van Boudewijn Meijer om de catalogus van de vereniging via Bol.com te promoten. Dit is niet gebeurd, maar Meijer neemt dit punt mee voor een vervolg. Een artikel van de hand van de secretaris is daadwerkelijk in het kunst en antiekmaandblad ‘Collect’ verschenen met een gratis advertentie voor de vereniging.
De notulen worden aangenomen.

3. De secretaris leest het verslag voor over de periode april 2011 tot en met mei 2012. Na de oproep van de voorzitter of hier nog vragen of opmerkingen over zijn stemt iedereen in met het verslag. De voorzitter meldt alsnog dat Hans Hamers door werkzaamheden elders verhinderd is deze ALV bij te wonen.
Boudewijn Meijer maakt een opmerking over de bereikbaarheid van de VVE-site en vraagt zich af of niet meer delen van de site toegankelijk gemaakt kunnen worden voor niet-leden. Het bestuur neemt deze suggestie mee en zal daar over beraadslagen.
David van Duuren doet de suggestie om op de sites van volkenkundige musea een link te laten opnemen voor de VVE-site. Bestuur neemt dit ter harte en zal hierover contact opnemen met de musea.
De voorzitter maakt bekend dat de vereniging de zaal om niet ter beschikking is gesteld door de directeur van het Wereldmuseum, Stanley Bremer, met wie de voorzitter en de secretaris begin dit jaar om de tafel hebben gezeten. Bremer acht het belang van een goed contact met de VVE zo groot dat hij deze handreiking gedaan heeft.

4. Financieel jaarverslag over 2011. De secretaris, die de afgelopen twee en een half jaar waarnemend penningmeester is geweest, verwijst naar het financieel jaaroverzicht dat naar zijn mening duidelijk genoeg is en geen verdere uitleg behoeft. Op enkele onderdelen vragen leden een toelichting; de penningmeester ad interim licht toe wat sommige kostenposten inhouden.

5. Verslag Kascommissie. De voorzitter leest het verslag voor van de Kascommissie, dit jaar bestaande uit Paul Raedts en Jaap Barendregt. Barendregt maakt vervolgens een opmerking dat het overzicht op kleine punten op suggestie van de commissie is aangepast, waarmee de overzichtelijkheid van de balans verbeterd is. De commissie stelt de vergadering voor décharge te verlenen aan het bestuur voor het in het afgelopen jaar gevoerde financiële beleid. De vergadering neemt dit voorstel over en besluit aldus.

6. Begroting 2012. De secretaris verwacht in grote lijnen over 2012 een beeld dat overeenkomt met 2011. Op één punt voorziet hij een verandering t.o.v. de uitgaven en dat betreft de publicatie van een ‘jaarboek’. Hij betoogt verder dat de uitgave en inhoud een afspiegeling moeten vormen van de verzamelcultuur binnen de vereniging en tegelijkertijd een publicatie kan zijn die aantrekkelijk is voor geïnteresseerden. Kosten moeten daarbij duidelijk bewaakt worden en het mag geen uitgave zijn die de middelen van de relatief kleine vereniging te zeer drukt. Dit blijkt een onderwerp dat verschillende aanwezige leden bezighoudt. Steven van de Raadt vraagt hoe de redactie is samengesteld en Dick Broer vraagt zich af wat de kosten en de oplage van het beoogde jaarboek mogen zijn. Eveline Boswinkel meldt dat ze zelf met uitgaven te maken heeft en dat volgens haar print-on-demand een mogelijke oplossing is, waarbij bij een gegeven oplage altijd tegen zeer lage kosten kan worden bijgedrukt. Eveline Boswinkel en Steven van de Raadt doen het aanbod om hun ervaring ter beschikking te stellen om tot een optimaal resultaat te komen.
De voorzitter rond deze gespreksronde af met de toezegging dat een en ander nadere invulling behoeft en dat, zodra er een concrete uitwerking is van de plannen voor een jaarboek wat betreft opzet en productie, deze uitwerking aan de leden zal worden voorgelegd ter fiattering.

7. Bestuur. Bestuurslid Dineke Beereboom treedt door omstandigheden gedwongen terug uit het bestuur en wordt door de voorzitter uitvoerig bedankt. Voorzitter doet een beroep op de aanwezige leden om de vacante positie binnen het bestuur op te vullen, maar krijgt geen respons. Het bestuur zal in de VVE gelederen verder kijken wie zich hiervoor beschikbaar wil stellen. Het bestuur dient uitgebreid om de vele voorkomende zaken te verdelen.
Dick Broer wordt voorgedragen als nieuwe penningmeester. Dick introduceert zichzelf aan de leden en vertelt dat hij als accountant is opgeleid en voor een bank heeft gewerkt. De vergadering stemt in met de benoeming van Dick Broer als bestuurslid.

8. Wat verder ter tafel komt.
De voorzitter stelt de mails die Marchinus Hofkamp onlangs heeft gestuurd aan een aantal leden en oud-leden aan de orde . Hierin komt Hofkamp nogmaals terug op de handelwijze van het bestuur rond de samenstelling van de jubileumexpositie en de productie van de catalogus in 2008. In zijn ogen is het bestuur tot heden hierover onvoldoende transparant geweest. De voorzitter meldt de vergadering dat het bestuur van mening is dat een en ander in de jaren 2008 tot en met 2011 uitgebreid aan de orde is geweest in de ledenvergaderingen, waarin het (toenmalige) bestuur rekenschap en verantwoording heeft afgelegd. Bovendien is er het formele argument, dat een adressenbestand van de vereniging alleen door de vereniging gebruikt mag worden. Om deze redenen heeft het bestuur het lidmaatschap van Marchinus Hofkamp in overweging genomen. Paul Raedts adviseert eerst een commissie van goede diensten te benoemen, en te bemiddelen voordat überhaupt tot sancties kan worden overgegaan, mocht het bestuur daar redenen voor hebben. Ad Breevaart biedt aan samen met hem dit gesprek aan te gaan. De vergadering stemt hiermee in.
De voorzitter vestigt de aandacht van de leden op de vernieuwde website. Het bestuurslid Hans Hamers heeft dit qua vorm en inhoud ontwikkeld tot een aantrekkelijk en informatief geheel Hij is voortdurend bezig deze inhoud aan te vullen. De voorzitter spreekt zijn dank uit aan hem en dankt tevens het lid Martin Lagrain voor de verslagen van veilingen die hij voor de website schrijft.

9 Sluiting. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering om 13.05 uur.

Arnold Wentholt

26-08-2012: Bezoek aan het Missiemuseum in Steyl, een verslag.

Excursie Missiemuseum Steyl

Op 26 augustus 2012 bezochten 26 leden en gasten van de vereniging het Missiemuseum in Steyl – Tegelen. Dit unieke museum is gesticht door de missionarissen van de Congregatie van het Woord Gods (SVD), die sinds 1879 voorwerpen verzamelden van de landen en culturen waar zij werkten. Dit museum bestaat sinds 1931; alle voorwerpen zijn dan ook verzameld tussen 1879 en 1931. Aan de inrichting en de opstelling van de voorwerpen is sinds 1931 niets veranderd.

De heer Jan Euwals heette het gezelschap welkom met een boeiende en geïnspireerde toelichting op de geschiedenis van het museum en de samenstelling van de collectie. De collectie bestaat niet alleen uit etnografische objecten, maar bevat ook een grote collectie opgezette dieren, insecten en vlinders en Javaans christelijk houtsnijwerk. De voorwerpen zijn gerangschikt naar soort en naar regio, zij zijn niet beschreven. Voor de fijnproevers leidde dit dan ook al snel tot geconcentreerde inspecties en geanimeerde discussies.

Foto

In het voorjaar organiseert de VVE een excursie naar een tweede museum dat door deze zgn. Steyler Missionarissen is gesticht, in Sankt Augustin bij Bonn.
Links: filmpje over Steyl
en website Missiemuseum Steyl.

08-09-2012: Tribal Art Auction bij Zemanek Münster, resultaten.

Start van de najaarsveilingen bij Zemanek.

Op 8 september werden in Würzburg 510 kavels etnografica aangeboden. Hierbij bevond zich de collectie van Harald en Ursula Suhr. Dit echtpaar begon te verzamelen in de jaren ’70. Zij kochten stukken bij o.a. Ségui, Timmermans en de grote veilinghuizen, maar ook privé van verzamelaars uit de kring van Helmut Zake, wijlen voorzitter van de Duitse vriendenkring voor etnografie. Ze waagden zich ook aan aankopen bij handelaars en ‘runners’ ter plaatse. Zoals de heer Suhr opmerkte: ‘ze wisten ons altijd wel te vinden’. Het leverde een verzameling op van zo’n 150 objecten van toch wel erg wisselende kwaliteit.

Bij de rest van het aanbod verschillende stukken afkomstig van Christie’s en Sotheby’s. We waren zeer benieuwd naar de resultaten van de verkoop, zeker gezien de crisis en de opening van Parcours des Mondes de week nadien in Parijs. Zouden de kopers van de duurdere stukken hun centen reserveren voor aankopen aldaar?

In feite werd het een zeer normale veiling met zeer normale verkochte volumes en zeer normale

Fig. 1

opbrengsten. Wat we de laatste jaren al konden vaststellen, was ook nu weer waar: stukken uit verzamelingen verkopen beter dan losse inbreng. Van de 98 stukken uit de verzameling Surh werd exact de helft (49 stukken) toegewezen voor een totaal van 98.890 euro. Eén uitschieter hierbij: lot 110, een beeld van de Dan, dat 12.000 euro opbracht. Van de overige kavels gingen dan weer iets meer dan een vierde de deur uit voor 232.140. Ook Oceanië deed het traditiegetrouw goed met 34 toewijzingen op 85 (40%) voor 40.930. Dat brengt ons op een totaliteit van 171 verkochte stukken op 510 (33%) voor een totaal van 371.960 euro voor kosten. De dure stukken bleven liggen, op uitzondering van lot 212, een Dogon beeld uit de collectie Vérité (foto 1) dat 26.000 opbracht, en lot 245, een Baule beeldenpaar uit de verzameling van Helena Rubinstein (foto 2) dat voor 25.000 werd afgehamerd (nagekomen mededeling van Martin Lagrain: “Ik merk dat lot 245, het Baulepaar uit de Rubinsteincollectie nu toch niet verkocht is. Het staat nl. in de naverkoop. Het was nochtans toegewezen voor €25.000 ???”).

Fig. 2

Fig. 3

Ik wil nog even terugkomen op stukken met provenance Christie’s of Sotheby’s. De meeste geraken niet verkocht om eenvoudige redenen: dikwijls zijn die stukken wel authentiek maar is de kwaliteit toch niet zo groot, en meestal is de vraagprijs er ver over . We hebben hier niet te doen met aanbod van verzamelaars voor verzamelaars, maar met speculatieve investeringen. Twee voorbeelden. Lot 361, een beeld van de Keaka uit de collectie van Joseph Herman (foto 3), in 2000 geveild bij Christie’s Amsterdam. Een echt stuk, maar zeker esthetisch gezien geen topper. In 2000 ging het weg voor 1755 gulden inclusief, wat een toewijzing op ongeveer 700 euro betekende. Vraagprijs nu: 6-12.000, en uiteraard niet toegewezen.

Fig. 4

Lot 503, een Makondestoel (foto 4), met als provenance Christie’s 2007, collectie Egon Guenther, Sotheby’s 2008, waar het 2880 opbracht, wat betekent dat het toen is toegewezen voor ongeveer 2300 euro. Vraagprijs nu: 5-10.000 euro, en niet toegewezen op de veiling zelf maar wel op dag 1 van de naverkoop voor 4.500! Een normale winstverwachting, tot daaraan toe. Maar een ‘return on investment’ van 400 tot meer dan

1000%??? Aan zo’n prijzen zijn de verzamelingen van sommige van onze leden vele miljoenen waard. Het bewijst nog maar eens dat we ons zeker altijd goed moeten documenteren alvorens te kopen, en ons niet blind staren op provenances alleen.

Martin Lagrain

catalogus met resultaten

Jaarprogramma 2012

21 maart 2012

Beste vrienden,

De Vereniging Vrienden Etnografica gaat ook in 2012 door op de weg die in 2011 is ingeslagen. Zij biedt de leden een gevarieerd, boeiend en leerzaam programma. Leden kunnen elkaar ontmoeten en de vereniging is een bron van informatie en een plek waar leden kennis kunnen uitwisselen.
Daarom vraag ik om ook in 2012 uw lidmaatschap voort te zetten.

In 2011 heeft de VVE een aantal interessante, goed bezochte activiteiten georganiseerd. Aan het einde van het jaar was er sprake van een netto groei van het aantal leden. Dit willen wij voortzetten in 2012, zowel wat betreft de activiteiten als wat betreft de groei van het aantal leden.

Wat heeft de VVE u dit jaar te bieden?

– Een geheel vernieuwde, actuele website met steeds meer inhoud, exclusief voor leden, waaraan de afgelopen maanden druk gewerkt is. De website bevat ook een forum waarop met elkaar van gedachten gewisseld kan worden over etnografica.
– Bezoeken aan de verborgen schatten in de collecties van de Steyler missionarissen in Steyl, bij Tegelen in Nederland en in Sankt Augustin, bij Bonn in Duitsland;
– Een rondleiding in bijzondere collecties etnografica van de Katholieke Universiteit Leuven: de collectie Timmermans en de collectie Bittremieux;
– Ook voor 2012 zijn huisbezoeken in voorbereiding, en wie dat wil, kan in september met een gezelschap Vrienden van Etnografica het Parcours des Mondes in Parijs bezoeken;
– in 2012 verschijnt (voortaan jaarlijks) het Jaarboek Etnografica.

Voor nu kunt u alvast noteren:
3 juni 2012: Algemene Ledenvergadering in het Wereldmuseum te Rotterdam. Ons lid David van Duuren zal dan een inleiding verzorgen bij de daar aanwezige Melanesië-collectie.

U ziet dat het ook in 2012 de moeite waard is om lid te zijn.

Met vriendelijke groeten,

Jos Weerts, voorzitter

Floros Katsouros: Meister der Hakennase (2012)

Lobi_hakennasenZum ersten Mal werden über 130 Figuren vorgestellt, um einen Lobi-Schnitzer und seine Figuren nach Stiländerungen zu erfassen und so die Gründe der Entwicklung im Kontext des Zeitablaufes zu dokumentieren. Die vorliegende Arbeit ordnet die Figuren chronologisch nach ihrer Schaffenszeit ein.

Im Drei-Länder-Eck Burkina Faso/Ghana/Elfenbeinküste gab es während sowie nach der Schaffenszeit des Schnitzers eine Kult-Stilrichtung mit Merkmalen seiner Figuren, die auch von anderen Schnitzern der Region übernommen wurde.
Die Einleitung wurde von Dr. Klaus-Jochen Krüger verfasst, einem der besten Kenner der Kunst und Kultur der Lobi.

Arnoud H. Klokke: Langs de rivieren van Midden-Kalimantan. Cultureel erfgoed van de Ngaju en Ot Danum Dayak (2012)

De arts-fotograaf en ‘de voorwerpen van vroeger’

Arnoud H. Klokke: Langs de rivieren van Midden-Kalimantan. Cultureel erfgoed van de Ngaju en Ot Danum Dayak
Ned. Eng. 21 x 24 cm; 171 pp., 132 z/w foto’s; begrippenlijst; twee kaarten; bibliografie; Leiden 2012
ISBN 978-90-5450-012-4

In 1949 trok de pas afgestudeerde arts Klokke naar Zuidoost-Borneo, uitgezonden door de Nederlands Hervormde Kerk. Als arts kwam hij te werken in het hospitaal in Kuala Kapuas gelegen bij de samenvloeiing van de Barito en Kapuas. De oorlog tussen Nederland en het voor vrijheid strijdende Indonesië was nog in volle gang. Vóór hij vertrok bezocht hij de toenmalige Leidse conservator Indonesië Dr J. Keuning om zich voor te bereiden op cultuur en religie van de lokale Dayak bevolking. De conservator gaf hem wijselijk advies om een goede camera aan te schaffen, omdat er van dat gebied weinig goede foto’s bestonden.
Tussen 1950 en 1952 trok Klokke erop uit om framboesia, pokken en andere virulente ziektes aan te pakken. Tochten stroomopwaarts in een gebied zo groot als Nederland met een inwonertal van ongeveer 60.000, mondden vaak uit in ware expedities. Het eerste deel werd per motorboot afgelegd en waar de diepte dit niet meer toeliet, werd per prauw gevaren, om vaak te eindigen in voettochten naar de afgelegen dorpen.
Dankzij het goede advies van Keuning hebben we nu een uniek fotodocument, waarin de materiële cultuur van de Ot Danum en Ngaju Dayak, die rond het midden van de vorige eeuw nog aanwezig was, is vastgelegd. Voornamelijk dié foto’s zijn geselecteerd, die per dorp een beeld geven van het erfgoed. Knekelhuisjes en palen, versierd met antropomorfe motieven, staan nog fier overeind als teken van een levendige cultuur. De arts-fotograaf krijgt als dank voor zijn hulp soms ‘voorwerpen van vroeger’ aangeboden, die hij in dankbaarheid aanneemt, want het zijn objecten uit een verdwijnende cultuur. Hij legt niet alleen vast met zijn camera, maar noteert en maakt studie van het materieel erfgoed. 55 Objecten komen uiteindelijk in het Museum Volkenkunde in Leiden terecht, geheel met documentatie. Vier van deze objecten staan achter in het boek afgebeeld met, helaas, een uiterst summiere tekst. Voor beschrijving van de kleinere objecten moeten we onze toevlucht nemen tot andere publicaties.
Dit fotoboek is een welkome aanvulling op de bestaande literatuur. In een inleidend artikel wordt ingegaan op de traditionele godsdienst Kaharingan, die in het huidige Indonesië niet meer als een primitieve godsdienst staat geboekstaafd, maar met het hindoeïsme geïntegreerd is, waardoor de grootste hindoeïstische gemeenschap buiten Bali in Kalimantan woont!

Je vraagt je onwillekeurig af welke beelden er tegenwoordig nog overeind staan, welke vergaan zijn, of welke mogelijk bij verzamelaars thuis staan.
AW

12-06-2012: Sotheby’s Parijs, resultaten.

Sotheby’s 12 juni 2012.

137 kavels bij in Parijs. Slechts 81 werden verkocht (59%), voor Sotheby’s een wel zeer laag cijfer. Wel voor een totale som van 8.441.275 euro, kosten inclusief. 16 kunstwerken gingen hoger dan 100.000 €, 3 boven de 500.000, en 1 zelfs boven het 1.000.000. Maar even opvallend: 56 stukken ingehouden, waaronder zelfs 4 met een schatting van hoger dan 100.000! Nu vond ik persoonlijk sommige schattingen er wel zwaar over: een bronzen Gan klokje voor 30-50.000, een paar bronzen armbanden voor 60-80.000 (!!), een Mossi popje voor 8-12.000 (je vindt ze overal voor 1-2.000 in de handel), een moeder en kind figuur oshe Shango van de Yoruba voor 200-300.000, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Het mag duidelijk zijn: het onderste en het bovenste segment van het aanbod verkocht vlot, maar de stukken tussen pakweg 15-80.000 konden de kopers maar matig verleiden.

Verschillende collecties werden aangeboden. We startten met die van Oliver en Pamela Cobb. Lot 9, een vrouwelijk beeld van de Tiv (foto 1), bracht 270.000 euro op. De Tiv hebben 2 soorten beelden, inhambe genaamd: paalbeelden en eerder naturalistische figuren, waartoe dit lot behoort. Ze zijn een ode aan de schoonheid van de vrouw en staan voor het huwelijk en de vruchtbaarheid, en bij afleiding voor een goede oogst. De huwelijken bij de Tiv waren dikwijls ‘gearrangeerd’, en om het voortbestaan van de clan te verzekeren werden ze soms afgesloten tussen verschillende leden van 2 families, zoals 2 broers met 2 zussen. Zeer typisch zijn de scarificaties aan de mondhoeken, en de tatoeages in de vorm van een vis aan weerszijden van de navel. Lot 13, een klassiek Fang beeld, gepubliceerd bij Perrois in Arts du Gabon, steeg tot 1.400.000. Lot 17, een antropomorfe beker van de Kuba/Lele (foto 2), geschat op 50-70.000 bleek niet minder dan 650.000 euro waard. Het gebruik van de bekers was het voorrecht van koningen en belangrijke chefs. Het gewone volk gebruikte gewone abstracte bekers. Lot 18, een voorouderfiguur van de Hemba, was goed voor 410.000.

Volgden een reeks kavels van ‘divers amateurs’. Lot 30, een masker van de Guéré, kon een koper verleiden tot een bod van 480.000. Het waren oorlogsmaskers in de prekoloniale tijd, gemaakt om schrik in te boezemen. Tijdens het koloniale bestuur werd hun gebruik veranderd naar dansmasker.

Daarna kwamen enkele stukken uit de verzameling van Jean-Baptiste Filloux, een Franse militair die kort na de eeuwwisseling in de streek van de Bété gedetacheerd was. Lot 40, een klassiek Bété masker ging weg voor 320.000. Dergelijke maskers zouden oudere hoogwaardigheidsbekleders voorstellen. Er werden offers aan gebracht bij sommige belangrijke gebeurtenissen zoals het overlijden van een voornaam iemand, en bij feesten die om de 7 en om de 21 jaar werden georganiseerd.

De collectie van Thomas Wheelock, een Amerikaanse verzamelaar, bestaat uitsluitend uit werken uit Burkina Faso, verzameld van af 1976. Voor lot 57, een vlindermasker van de Bwa (foto 3), werd 520.000 euro neergeteld. Deze maskers staan symbool voor nieuw leven, voor wedergeboorte. Zij zijn ook gerelateerd aan de mythes over de oorsprong van de clan, hetgeen in hun dansen wordt uitgebeeld.

Lot 69, een Igala masker (foto 4) afkomstig uit de Ben Heller collectie, bracht 360.000 euro op. Het masker zou verwijzen naar een belangrijke krijger, of naar een onthoofde krijgsgevangene. Voor de laatste hypothese pleiten de aanwezigheid van kaolin rond de ogen, hetgeen verwijst naar de mogelijkheid om in het hiernamaals te kijken, en de ‘blinde’ ogen zonder pupil.

Tenslotte kregen we nog de verzamelingen van Abla Volte en Alain Lecomte, van Charles Smets, en die van Christopher en Anna Thorpe met stukken uit Oceanië. Al bij al een interessante veiling als afsluiter van het lenteseizoen. Op naar de vakantie!

Martin Lagrain

Alle resultaten

11-06-2012: Christie’s Parijs, resultaten

Christie’s Parijs 11 juni 2012.

Christie’s pakt uit met de verzameling van een Parijse wetenschapper die al meer dan 50 jaar in een kelder werd bewaard. Daarbij 6 toppers: 4 Kota relieken, 1 Fang mvai beeld en 1 Punu masker. De meeste werden aangekocht tussen 1925 en 1950 op advies van Charles Ratton. Daarnaast ook nog 4 stukken uit de verzameling van Russell Aitkins, waaronder een bekende Yoruba ruiterfiguur, en stukken uit de collecties van Edith Hafter, Emil Maetzel, L.C. Appels en Alphonse Long. 77 van de 124 kavels gingen de deur uit (62%) voor een totaal bedrag van 2.969.375 euro.

Lot 9 : een reliekfiguur Fang mvai: over dit type hebben we het reeds bij herhaling gehad. Het uitzonderlijke van dit stuk is dat het nog niet bekend was, nog nooit is tentoongesteld, en eigenlijk meer dan 50 jaar van de markt was verdwenen. De schatting van 400.000-600.000 bleek evenwel te hoog gegrepen. Het stuk werd ingehouden.

Lot 11: een reliekfiguur van de Kota-Shamaye (foto 1). Deze figuren zijn gekenmerkt door hun uitgerekt smal gezicht. Ze werden boho-na-bwete genoemd, het gelaat van bwete, de geest van de voorouder. Er is weinig over deze subgroep bekend, omdat hun woongebied vrij ontoegankelijk was en nauwelijks bezocht werd door Europeanen. Ze zijn zeer nauw verwant met de Kota-Shaké die langs de Ivindo rivier woonden. Bij een schatting van 150-200.000 bleef de prijs precies in het midden met 175.000.

Lot 53: een Yoruba ruiter (foto 2), in 5 exposities tentoongesteld (o.a. in het Moma) en 13x gepubliceerd. De ruiterfiguren verwijzen naar beroemde jagers-krijgers en naar chefs die het tot koning hebben gebracht. Ze staan dikwijls op de altaren van belangrijke Yoruba goden zoals Erinle, de stichter van de stad Ilobu, Ogun, de god van het ijzer en de oorlog, en Shango, de god van het vuur ‘die op de bliksem rijdt zoals op een paard’. Het geschoren voorhoofd en de haarvlecht van de ruiter wijzen op zijn status van hooggeplaatste militaire bevelhebber. In de 17-de eeuw waren de militairen zeer belangrijk voor de verdediging van de handelsroute naar de kust. Schatting 250-350.000, resultaat 410.000.

Lot 79, een nagelfetish uit Kongo (foto 3). Dit beeld droeg vroeger een speer in de rechter hand om de kwade krachten op afstand te houden. De nagels werden in het beeld geslagen volgens de wensen van de vragende partij. Meestal wilde die iets bekomen: een genezing, de bezegeling van een contract of de correcte uitvoering ervan… Bij een schatting van 100-150.000 bracht het 310.000 op.

Bij het laatste deel, de collectie van Alphonse Long, verzameld tussen 1882 en 1891 zaten enkele echte verrassingen. Lot 120, een trom uit de Markiezeneilanden (foto 4), geschat op 3-5000, schoot omhoog tot 170.000! En het laatste lot van de dag, een genealogisch instrument uit dezelfde regio, moest bij een schatting van 1-2000 zo maar eventjes 60.000 euro kosten!

Martin Lagrain

Alle resultaten

Cadier en Keer: Afrikacentrum

Gepubliceerd op 5 juni 2012:

Het Afrikacentrum moet per 1 januari 2013 weg uit het Missiehuis in Cadier en Keer. Daar is het museum al 65 jaar gevestigd. Het Missiehuis wordt door de paters van de Sociëteit voor Afrikaanse Missiën verkocht aan een projectontwikkelaar, die het ombouwt tot zorgappartementen.