CHOCKWE HONINGPOT

In 2006 kocht ik van een verzamelaar de Chockwe honingpot waarvan hierbij een afbeelding.
De vorige eigenaar heeft het omstreeks 1975 in Brussel gekocht.
Er zitten nog resten van oude honingraat op de bodem.

Ondanks veel zoeken op het internet en in boeken heb ik nog geen afbeelding of beschrijving van een soortgelijk voorwerp kunnen vinden.

Een van onze leden aan wie ik een aantal foto’s stuurde was van mening dat het hier gaat om een mooi voorbeeld van een object dat voor ons gemaakt is en dat waarschijnlijk geen Chockwe dit ooit in handen gehad heeft.
Hij vind het typisch atelierwerk dat niets met etnografica te maken heeft en dat het vandaar in geen enkel overzicht is terug te vinden.

Zelf denk ik dat het feit dat het in geen enkel overzicht of publicatie is terug te vinden niet hoeft te betekenen dat het voor de westerse markt vervaardigd is.
Het tegendeel zou waar kunnen zijn omdat ik denk dat de voorwerpen die voor de westerse markt gemaakt worden toch meestal kopieën zijn van vroege exemplaren die zich in musea en particuliere collecties bevinden.
De voorwerpen dus die in talloze publicaties zijn beschreven en waarvan in vele boeken en tegenwoordig ook op het internet foto’s te vinden zijn.
Zou het kunnen dat een invloedrijke lokale bestuurder aan een houtsnijder opdracht heeft gegeven om het te maken voor eigen gebruik?
In dat geval gaat het dus maar om een of hooguit enkele exemplaren.
Mag je zoiets omdat het geen kopie is van iets dat al generaties lang gemaakt wordt dan geen etnografica noemen?
Dat er nog resten van honingraat op de bodem zitten geeft mij ook het gevoel dat het in ieder geval voor eigen gebruik gemaakt is.

Natuurlijk ben ik hierover bevooroordeeld.
Daarom zou ik hierover de mening van zoveel mogelijk leden vernemen.
Als iemand toch een soortgelijk voorwerp al eens ergens gezien heeft verneem ik dat natuurlijk graag.

Max Ammer

Tchokwe honingpot_Max Tchokwe honingpot_Max2 Tchokwe honingpot_Max3

3 thoughts on “CHOCKWE HONINGPOT

  1. Twee identieke objecten staan afgebeeld in “Afrikanische Kunst, Sammlung Rainer Kreissl, Prag”, de catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in het Hradschin in Praag in 2002. Pag. 182/183 “Reliquienschrein eines Mannes, Chokwe, Angola, Holz, schwarze Patina, H. 106 cm” en op pag. 184/185 “Reliquienschrein einer Frau” van 103 cm. In “FOCUS Magazin’ (Nr. 40, 2002) schreef Katrin Sachse een recensie over de tentoonstelling van de Kreissl-collectie onder de titel “Wertvoll wie Brennholz. Kenner halten die Exponate einer deutschen Sammlung für Fälschungen”. Ik bezocht de tentoonstelling in juni 2002 en zag alleen maar vervalsingen.

    Gerard van den Heuvel
    Chokwe-pot_1
    Chokwe-pot_2

    Het FOCUS-artikel waarnaar ik verwijs staat nog steeds online.

    • Beste Gerard en Dick,

      Bedankt voor jullie informatie. Ik weet nu in ieder geval dat er meerdere exemplaren van dit object bekend zijn.
      In de catalogus bij de verzameling van Rainer Kreissl spreekt men van “Reliquienschrein” terwijl het duidelijk lijkt dat mijn exemplaar gebruikt is om honingraat in te bewaren.
      Als het niet de bedoeling was om ze zelf te gebruiken en ze door moesten gaan voor opbergpotten voor relikwieën waarom heeft men er dan honingraat in gedaan?
      Als de experts vastgesteld hebben dat het bij de exemplaren van R. Kreissl om vervalsingen gaat kan dat bij mijn exemplaar ook wel het geval zijn.
      Als deze voorwerpen alleen gemaakt zijn om naar het buitenland te verkopen moet men hier in ieder geval voor 1975 mee begonnen zijn.
      Er zijn dus 2 mogelijkheden.
      1. Een houtsnijder of groep houtsnijders begint op een gegeven moment met het maken van een tot dan toe niet bestaand voorwerp en verwerkt daar in op de westerse markt gewilde motieven bedoeld voor export.
      2. Er bestond op zijn minst al een exemplaar dat gemaakt was voor een lokale hoogwaardigheidsbekleder en men is dit gaan copieren voor de westerse markt.
      In het tweede geval mag men bij het (de) oorspronkelijke exemplaar(en) toch wel van etnografica spreken.
      Natuurlijk hoop ik dat mijn exemplaar dat 99 cm hoog is en waarbij behalve hout in de versiering van het deksel ook leem gebruikt is behoort bij een van die oorspronkelijke exemplaren maar bewijs hiervoor is natuurlijk moeilijk te leveren.

      Max Ammer

  2. Honing zal een goed bekend product zijn bij de Tshokwe, want volgens het boek ‘La Sculpture Tshokwe (1982) van Marie Louise Bastin waren tijdens de periode van de Tshokwe expansie (die rond 1850 begon) hun handelsproducten: ivoor, wilde rubber (vanaf ca. 1870) en bijenwas. De Tshokwe zullen dus ook wel naast de bijenwas veel wilde bijenhoning hebben verzameld. Waarin zij dat bewaarden weet ik eigenlijk niet. Mijn gok zou zijn een aarden pot.
    Hun beeldhouwwerk. De gebeeldhouwde objecten van de Tshokwe omvatten:
    1. Rituele objecten zoals beelden, maskers, jachtfluitjes, de kleine objecten uit de (gevlochten) waarzegmand van de waarzegger. Er zijn zelfs beeldjes bekend met uitgehold lichaam, waarvan het hoofd verwijderbaar was, die als klein potje werden gebruikt, mogelijk voor medicamenten? (zie fig. 118 in Sculptura Angolaise).
    2. Statusvoorwerpen zoals hoofdmansstaven/scepters, ceremoniële hak, het ceremoniële mes van de beeldhouwer, dat versierd is met een mensenkopje, zetels (krukjes en stoelen), haarkammen, tabakspijpen en tabaksvaatjes (deze laatste in de vorm van meestal staande mensenfiguren met een klein vaatje op hun hoofd, een enkele keer fungeerde het lichaam als vaatje). Mortieren, waarbij de kleine mortier zich op het hoofd van een figuurtje bevindt.
    3. Muziekinstrumenten zoals de duimpiano (met een mensenkopje in laag reliëf op het instrument of met op de rand een mensenfiguur bijv. een ruiter) en de trommel (met mensenkopjes).
    Een gebeeldhouwde vrij grote houten honingpot (als statusobject?) is mij niet bekend. Kan deze pot oorspronkelijk voor wat anders zijn gebruikt als statusobject? Als vaatje voor medicamenten lijkt niet voor de hand te liggen, daar lijkt de pot mij te groot voor (hoewel de formaten niet zijn vermeld); hetzelfde geldt voor eventueel gebruik als tabakspotje, die zijn allemaal erg klein, ook qua vorm lijkt de pot niets op de bekende tabaksvaatjes. Het gebruik van gebeeldhouwde en dus relatief kostbare potten in de huishouding is mij niet bekend.
    Dus kan ik het gebruik van de pot niet plaatsen binnen de ‘klassieke’ Tshokwe cultuur, wat op zich natuurlijk nog niet bewijst dat er bij wijze van uitzondering toch niet ooit zo’n pot is gemaakt.
    De pot lijkt mij vervaardigd door een ervaren beeldhouwer; die zou het dan eenmalig voor gebruik binnen zijn gezin moeten hebben gemaakt of op bestelling van een belangrijk persoon of om als geschenk weg te geven aan iemand die hij ergens dankbaar voor was of die iets voor hem zou kunnen betekenen. Dat lijkt mij eigenlijk alleen denkbaar in een vrij recent verleden, een klassieke chief zou in het verleden niet zo maar een grote houten pot volgens geheel nieuw ontwerp en voor louter huishoudelijk gebruik bestellen.
    Meer voor de hand liggend is dat het object is gemaakt voor de verkoop aan toeristen. Gezien de stijl van het object lijkt dat laatste mij het meest voor de hand liggend. U zie met name ook het kapsel, dat in de vorm is van het kapsel van de beroemde en zeer kostbare beeldjes van de jager-held, Tschibunda Ikunda, die normaliter stammen uit de periode van voor de expansie. Zie ook de eerdere opmerking van Gerard van den Heuvel over twee soortgelijke potten, zodat er nu (tenminste) drie van dit soort potten bekend zijn.
    Dat het voor de verkoop aan toeristen is gemaakt hoeft natuurlijk geen probleem te zijn als je het een mooi object vindt, mits er natuurlijk niet een (hoog) prijskaartje van een ‘klassiek’ object aan heeft gehangen.

    Dick.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *